Hoe begon het allemaal?
“Ik heb de ondernemersmentaliteit van m’n vader geërfd. Hij was een tuinder en had in Italië op vakantie grote vleestomaten gezien. Toen hij besloot om vleestomaten te gaan telen, had niemand anders dat nog gedaan op dat moment. Zo ging het bij mij ook. Ik wilde in de jaren ‘90 een tomaat ontwikkelen die tegenwicht bood aan de negatieve verhalen over Nederlandse tomaten die op dat moment de ronde deden. Ik besloot samen met de gebroeders Vereijken en Verbeek om een smaaktomaat in de markt zetten met een merknaam die iedere consument kon herkennen. Net zoals Chiquita bananen!
Niemand gebruikte in die tijd een merknaam, dus we werden voor gek verklaard. Maar deze combinatie van een smaakvolle tomaat met een herkenbare naam die niemand anders mag gebruiken heeft ons enorm veel succes opgeleverd. We exporteren nu naar Duitsland, de Scandinavische landen en Engeland en bestaan in september 25 jaar.”
Hoe zie je de toekomst voor tomatenteelt?
“Tomatentelers worden geconfronteerd met een aantal grote uitdagingen. Zo krijgen we steeds weer te maken met nieuwe virussen en is duurzaamheid een steeds belangrijker thema in de kas.
Maar wat ik zo mooi vind aan de glastuinbouwsector, is dat er altijd weer innovatieve oplossingen worden gevonden voor nieuwe uitdagingen. Een voorbeeld: door het veranderende klimaat krijgen we opeens te maken met beestjes in de kas die we nog nooit eerder hebben gezien. Wat we nu doen, bijvoorbeeld, is het inzetten van lokstoffen met een verwarringstechniek, waardoor we de nieuwste insecten kunnen bestrijden zonder gewasbeschermingsmiddelen. Fantastisch vind ik dat soort oplossingen.”